Niets geen Transavia of NS.
Mijn jeugd (einde 50- begin 60 jaren vorige eeuw in Brussel) waar wij ons de tram in presten om binnen te kunnen komen en daarmee de tram telkens nog meer vertraging deden oplopen!. Het was er vloeken en folklore.
Dat was de beruchte tramlijn 16 (en niet tramlijn 33 die door Jacques Brel gezongen werd - dat ook naar Bosvoorde ging vanuit de Beurs via armere wijken) die bij uitgaan van middelbare scholen meestal overvol was omdat op die zelfde tijd huisvrouwen met hun boodschappen terug kwamen van de stad en een aantal scholen uitgingen (katholieke en staatsscholen). Het was de langste tramlijn die door Brussel via Noord naar Zuid ging, van de Heisel naar Bosvoorde en daar ongeveer een uur over deed, via eerst het laaggelegen centrum van de stad ( populaire centrum met warenhuizen) en vervolgens het hooggelegen centrum van de stad (avenue de la Toison D'or : het rijke centrum met vooral fraaie boetiekjes) en in Elsene nabij de Porte de Namur waar de hoog aangeschreven schoolgemeenschappen van Brussel allemaal huisvestten(katholiek en openbaar).. Een tramlijn dat in evenredig stond met de befaamde avenue des Nations waar alle Brusselse ambassades gevestigd waren en nu de avenue Franklin Rooseveld heet.
Het was meestal dolle pret, maar de meiden schoolgemeenschappen gingen altijd pas later uit (bewuste afspraak tussen jongens en meisjes schoolleidingen onderling). Ons prefect (verantwoordelijke voor de schooldiscipline) volgde ook soms de trams om te kijken of iedereen wel direct naar huis ging en niet onderweg op een afspraakje uit was…
Wat zijn jullie herinneringen als haringen in een ton?
Bij ons was dat echt brusselse folklore… “Jef de flèche is af”" Jef stond voor de conducteur (geldontvanger) en de wattman (de trambestuurder), de flèche voor de stok naar de elektrische bovenleiding. Die werd uiteraard door de scholieren vaak afgezet.